Archeologie is helemaal in

In de commissie Onroerend Erfgoed vroeg ik minister Geert Bourgeois naar zijn mening over de Vlaamse Archeologiedagen, die begin deze maand voor het eerst plaats vonden.

Met meer dan 6.000 bezoekers, de positieve reacties en de weerklank in de media toonde de minister zich tevreden over de Archeologiedagen. Hij benadrukte dat het ging om een pilooteditie, en dat de uitdaging nu is om er een volwaardig jaarlijks evenement van te maken.

Geert Bourgeois wees daarbij naar expliciet naar de rol die lokale overheden en organisaties kunnen spelen. Volgens hem hebben die de sleutel in handen om de bevolking te sensibiliseren en de betrokkenheid bij ons verleden te vergroten.

1 ding is me de afgelopen maanden wel duidelijk geworden: archeologie is helemaal in. Lang had het een wat stoffig imago, en gingen we er in Vlaanderen ook te snel van uit dat we onze geschiedenis wel voldoende in kaart gebracht hadden. Bovendien heette archeologie een geld- en tijdverslindend monster te zijn.

Maar waar vroeger de Vlaamse archeoloog naar het buitenland moest gaan op zoek naar werk, kan die nu in eigen streek terecht - zoals de Standaard deze week nog berichtte (lees: hier). Dat is het gevolg van de nieuwe voorschriften, die bouwheren verplichten tot het opstellen van een archeologienota - zoals in ons omringende landen al langer het geval is.

Een paar mooie vondsten zoals recent in Ieper scherpen die interesse voor archeologie ongetwijfeld aan.

Kortom, samen met de minister kijk ik uit naar de tweede editie van de Vlaamse Archeologiedagen.

De beelden van mijn vraag, uiteraard ook het antwoord van de minister, bekijk je hier (vanaf 43').