Wat hebben Rubens en Prince gemeen?

Door Manuela Van Werde op 27 april 2016, over deze onderwerpen: Antwerpen, Cultureel erfgoed, Cultuur, Erfgoed, Onroerend erfgoed, Toerisme
Zelfportret PP Rubens

Voormalig directeur van het Rubenshuis en van het MAS Carl Depauw schreef voor de Gazet van Antwerpen (dd. 27/4) een schitterend artikel over P.P. Rubens. Jammer genoeg staat het niet online, maar ik wil de essentie langs deze weg toch graag delen.  

Aanleiding voor het  artikel is een veiling van het Veilinghuis Bernaerts tussen 2 en 4 mei, waar een tekening van de meester onder de hamer gaat. Maar dat is slechts het nieuwsfeit.

Carl herinnert er de lezer aan dat  de Scheldestad met Rubens een absolute wereldfiguur in huis heeft. Wellicht staan we daar te weinig bij stil, en schatten we hem niet voldoende hoog in. Depauw: ‘Wat leert de kunstenaar ons, wat levert zijn erfenis op in kennis en waardering? En wat kunnen Antwerpen, Vlaanderen en Europa daarmee?’

Volgens Carl Depauw was P.P. Rubens een absoluut genie, actief als schilder, architect, tekenaar, ontwerper en uitgever van prenten, tapijten, sculpturen en siervoorwerpen. Daarnaast duidt hij Rubens als verzamelaar, diplomaat, polyglot, netwerker en correspondent, bibliofiel en theoreticus. Wat mij betreft mag je hem ook nog inspirator noemen.

Dat Rubens er destijds voor koos om in Antwerpen te wonen, was een zegen voor de stad. Het Rubenshuis aan de Wapper groeide uit tot een intellectueel centrum en creatieve bijenkorf waar de meester zijn gasten ontving, entertainde en zijn leerlingen aan het werk zette. 

Op zoek naar hedendaagse vergelijkingen kom ik uit bij Andy Warhol’s Factory’ in New York en waarom niet, het Paisley Park-complex in Minneapolis, waar de betreurde Prince zijn droomwereld uitbouwde. Terwijl andere sterren van zijn formaat in New York of Los Angeles woonden, verkoos Prince zijn thuisstad, die hij daarmee op de kaart zette. Zoals Rubens dat met Antwerpen deed.

Nog een parallel: Paisley Park wordt blijkbaar een Prince-museum, en ook wat dat betreft ging Rubens de popster voor.

Carl Depauw verdient alle lof voor zijn artikel waarin hij het stadsbestuur, het Rubenianium, de musea en Toerisme Vlaanderen op scherp zet. De erfenis van Rubens moet de beste zorg krijgen en inspireren om een ambitieus cultureel klimaat te creëren. Ook na 4 eeuwen kan Rubens ons nog veel leren.

 

Foto-album

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is