Vlaanderen en bedreigd werelderfgoed in Syrië

Door Manuela Van Werde op 8 februari 2017, over deze onderwerpen: Cultureel erfgoed, Erfgoed, Geert Bourgeois, Onroerend erfgoed, UNESCO, Werelderfgoed
Verwoestingen aan de Omayadan-moskee, Aleppo

Deze week stelde ik in de commissie Onroerend Erfgoed een vraag aan bevoegd minister Geert Bourgeois over het beschadigde werelderfgoed in Syrië. De oorlog in Syrië is niet alleen op humanitair vlak een absolute ramp, maar ook het erfgoed in de regio heeft zwaar te lijden.

Ik weet dat UNESCO tussen 16 en 19 januari  een delegatie naar Syrië stuurde om een voorlopige inventaris op te maken van de beschadigingen die het werelderfgoed in de stad Aleppo opliep.  

Volgens de eerste rapportering is 60% van het historische hart van Aleppo zwaar beschadigd, 30% volledig verwoest. Volgens Irina Bokova, directeur-generaal van UNESCO is ‘de vernieling van een van de grootste en oudste steden in de wereld een tragedie voor alle Syriërs en voor de hele mensheid.’  Deze situatie vraagt volgens mevr. Bokova om ‘onmiddellijke actie met het grootste gevoel van verantwoordelijkheid en coördinatie.’


Vlaanderen is al jarenlang een zeer actieve partner voor UNESCO. Op haar website staat te lezen dat het Departement Internationaal Vlaanderen een coördinerende rol op zich neemt bij UNESCO.  Vlaanderen steekt daar ook veel geld in: elke 2 jaar 900.000 euro, en specifiek voor Syrië 170.000 euro via het project ‘Rallying the international community to Safeguard Syria’s Cultural Heritage’.

Ik ben daar voorstander van, maar vind dat daar iets tegenover moet staan, en vandaar mijn vragen. Werden Vlaamse onderzoekers betrokken bij het bezoek van UNESCO aan Aleppo? Zijn er garanties dat Vlaamse expertise zal worden ingezet? Krijgt Vlaanderen erkenning voor het engagement dat het opneemt tegenover UNESCO, m.a.w. visibiliteit als erfgoedbewuste regio?

Klik op onderstaande fragment voor mijn vraagstelling, en de antwoorden van de minister.

Noot: ik stelde 2 vragen in de commissie, de eerste gaat over premiepercentages voor onroerend erfgoed, daarna volgt de UNESCO-vraag.



 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is