U bent hier
Minder vertraging bij bouwprojecten door archeologische verplichtingen
(persbericht)
De Vlaamse meerderheidspartijen hebben een voorstel van decreet ingediend dat het archeologisch voortraject bij bouw- en verkavelingsaanvragen wil aanpassen. ‘De aanpassingen moeten leiden tot een snellere en goedkopere procedure’, aldus Vlaams parlementsleden Manuela Van Werde (N-VA), Sabine de Bethune (CD&V) en Jean-Jacques De Gucht (Open VLD).
Sinds 1 juni van vorig jaar moeten krachtens het bestaande erfgoeddecreet aanvragers voor verkavelingen en grote bouwprojecten een archeologienota opstellen en toevoegen aan hun vergunningsaanvraag. In bepaalde gevallen kan dit leiden tot bijkomende archeologische opgravingen. De bevoegde minister van onroerend erfgoed, Geert Bourgeois (N-VA), geeft toe dat de verplichte archeologienota in bepaalde gevallen tot vertraging leidt.
Op voorstel van Manuela Van Werde, Sabine de Bethune en Jean-Jacques De Gucht dienden de Vlaamse meerderheidspartijen een voorstel van decreet in om die vertragingen waar mogelijk te voorkomen of toch minstens minder lang te maken. ‘We willen niet wachten tot de algemene evaluatie van het decreet, maar nu al technische aanpassingen doen.’ zegt Van Werde. ‘De aanpassingen lijken misschien beperkt, maar focussen op kosten, administratieve lasten en doorlooptijd.’ Van Werde verwijst ook naar de aanpassingen die de minister eind vorig jaar al heeft gedaan aan de code van goede praktijk, waardoor in bepaalde gevallen een archeologienota light vandaag al voldoende is.
Het voorstel van decreet bevat o.m. volgende wijzigingen:
- Het wordt mogelijk om reeds een vergunningsaanvraag in te dienen bij de vergunningverlenende overheid, gelijktijdig met het indienen van de archeologienota ter bekrachtiging. Dit moet – samen met de doorgevoerde aanpassingen aan de Code van Goede Praktijk voor archeologisch onderzoek en metaaldetectie – leiden tot een vereenvoudiging en versnelling van de procedures.
- Het wordt mogelijk om een archeologienota op te stellen voor grotere gebieden, voorafgaand aan het individuele vergunningstraject. Dit kan bv. voor verkavelingsprojecten, maar ook voor de ontwikkeling van haven- of industriegebieden. Op die manier zal men niet meer voor elke individuele aanvraag een archeologienota moeten opstellen.
- Er komen meer vrijstellingen voor de opmaak van een archeologienota. Het gaat hierbij bv. om verbouwingen en vernieuwbouwprojecten, werken aan lijninfrastructuur en verkavelingswijzigingen.
Samen met het voorstel van decreet nam Jean-Jacques De Gucht (Open Vld) het initiatief om samen met Manuela van Werde en Sabine de Bethune (CD&V) een voorstel van resolutie in te dienen waarin een reeks aanbevelingen aan de Vlaamse Regering werden bezorgd om te werken aan een werkbare en betaalbare archeologische erfgoedzorg.
Mede-ondertekenaar Karin Van Overmeire (N-VA): 'Burgers krijgen nu vaak te maken met lange wachttijden en oplopende kosten. Ook is er sprake van dubbel werk, door erkende archeologen en nog eens een bekrachtiging achteraf door het Agentschap Onroerend Erfgoed. Dat moet stoppen.'
Ook Jan Van Esbroeck (N-VA) onderrtekende. Hij wijst erop dat alles betaalbaar moet blijven: ‘Het vooronderzoek is er precies om snel een beeld te krijgen of er archeologisch erfgoed in de bodem aanwezig is. Ik zie niet in waarom dit zo duur moet zijn.’
‘Beide initiatieven zullen eerstdaags besproken worden in de commissie Onroerend Erfgoed van het Vlaams Parlement. Ik hoop op een brede steun, zodat de aanpassingen snel tot resultaat leiden’, besluit Manuela Van Werde.