Kerken en hun interieurs

Vanmiddag stelde ik in de commissie Onroerend Erfgoed een vraag aan minister Bourgeois over het 'lot' van beschermde interieurelementen in niet-beschermde kerken.

Bepaalde interieurelementen, zoals orgels, preek- of biechtstoelen kunnen immers op basis van hun intrinsieke waarden beschermd zijn als erfgoed, terwijl het gebouw waarin die element huizen niet beschermd is. Nu er zoveel kerken in Vlaanderen aan herbestemming toe zijn, kan dit grote gevolgen hebben. In het meest extreme geval - zoals bij een kerk die wordt afgebroken - zou dit ertoe kunnen leiden dat belangrijk erfgoed 'dakloos' wordt.

Minister Bourgeois was zoals altijd erg volledig in zijn antwoord. Hij wees erop dat het eerste streefdoel altijd is het erfgoed in situ te bewaren, dus te integreren in een eventuele nieuwe functie van het gebouw. Bv.: kerk wordt ruimte voor culturele activiteiten, het orgel blijft dienst doen als instrument. Wanneer dit niet mogelijk is, of het gebouw verdwijnt, dan is het zaak het erfgoed te verplaatsen. Dat dient te gebeuren in overleg met het Agentschap Onroerend Erfgoed. Het object blijft immers beschermd.

De minister wist me ook nog te vertellen dat de administratie werkt aan een beschermingsdatabank van interieurelementen die huizen in niet-beschermde gebouwen. In de lijst werden op dit moment 178 orgels, 1 doksaal en 4 retabels opgenomen. Altaren staan er niet op, maar ik begrijp dat de lijst een work in progress is.