Het Dialectloket

Ik heb het geluk gehad om op te groeien in Achel, een dorp in het noorden van Limburg dat de grens vormt met Nederland. Al mijn vrienden waren Nederlanders en ik nam dan ook moeiteloos hun taalgebruik over. Dialect was geen optie, ze zouden me niet verstaan hebben. Ik ben er hen nog altijd ontzettend dankbaar voor want uiteindelijk heb ik aan de taalvaardigheid die ze me meegaven mijn loopbaan in het theater, op radio en televisie te danken. En zelfs nu in de politiek - getuige m'n zitje in de Interparlementaire Commisie van de Taalunie. Taal = identiteit = gemeenschapsvorming. 

Maar taal is natuurlijk een levend gegeven en verandert door de tijd.

Ik stel vast dat  er de laatste jaren steeds meer belangstelling is voor streektaal. Kijk naar het succes van tv-series zoals 'Bevergem' of 'Van vlees en bloed' en een film zoals 'D'Ardennen'. Afhankelijk van je afkomst heb je ondertiteling nodig om te kunnen volgen. Dankzij groepen als Ertebrekers (zie video) weten we nu dat zelfs het dialect van Izegem heel erg funky is. Izegem is trouwens de thuisbasis van minister-president Geert Bourgeois.

Het is belangrijk dat we ook dat deel van ons collectieve geheugen bewaren. Dat is precies wat de Universiteit Gent doet met het Dialectloket, een onderzoeksproject dat de taalvarianten in het Nederlands in kaart brengt. De site werkt met een woordenlijst, audio en video en een reeks 'taalkaarten' van Vlaanderen. Welk woord gebruikt een inwoner van de Westhoek voor 'snoep', en hoe noemt iemand uit Brabant dit? Wat is een 'schommel' voor iemand uit Oostende of uit Diest? 

Het Dialectloket heeft ook aandacht voor tussentaal, mengvormen met andere talen (actueel door nieuwkomers) en kijkt ook over de grens bij onze Nederlandse taalgenoten.

Zoals de site zelf aangeeft: het Dialectloket is een trektocht door een boeiend en gevarieerd taallandschap.