U bent hier
Het Brugse Belfort, de Ronde van Vlaanderen en Club Brugge

U herinnert zich misschien nog het nieuws van enkele weken geleden: het Brugse Belfort werd beschadigd door een spandoek dat de start van de 100ste Ronde van Vlaanderen moest aankondigen. De hevige wind belemmerde de arbeiders in hun werk, met als gevolg dat verscheidene bakstenen afbraken. Vallende brokstukken beschadigden de dakconstructie. Gelukkig vielen er geen gewonden.
Het enige slachtoffer was het Belfort zelf, wat mij ertoe aanzette bij de administratie eens te polsen wat mag en niet mag op het vlak van publicitaire boodschappen op beschermd erfgoed. Dat zijn in de regel beeldbepalende gebouwen op aantrekkelijke locaties, en dus interessant voor publicitaire doeleinden.
Voor minister van Onroerend Erfgoed Geert Bourgeois moet publiciteit op beschermde gebouwen onder bepaalde voorwaarden kunnen: niet overladen, en met respect voor de zichtbaarheid en visibiliteit van het gebouw. Lichtreclames zijn aan erg strenge voorwaarden gebonden. Voorts is er het onderscheid tussen monumenten enerzijds en stads- en dorpszichten anderzijds, en worden ook sociaal-economische criteria meegenomen: een brasserie in een herenhuis is iets anders dan tijdelijke affichage van een event op een treinstation zoals dat in Antwerpen.
Als het om een monument gaat, moet het Agentschap Onroerend Erfgoed de toelating geven, bij stads- en dorpsgezichten de gemeente. In dit geval had de stad Brugge geen toelating gevraagd. Het agentschap is dan ook in gesprek met de stad Brugge over de treffen maatregelen. Na het incident bleek trouwens dat al eerder aanvragen voor tijdelijke reclame op de toren geweigerd werden omwille van de fragiele bouwfysische toestand van het gebouw. Het Agentschap Inspectie kan nu klacht neerleggen om een ingebrekestellingsprocedure op te starten.
Om aan de vragen vanuit de privé-sector tegemoet te komen, werkt het Agentschap Onroerend Erfgoed dit jaar nog aan een afwegingskader 'publiciteit' dat het makkelijker moet maken aanvragen te beoordelen, zo meldt de minister in zijn antwoord op mijn vraag.
Ik hoor hier in de wandelgangen van het Vlaams Parlement dat Club Brugge dit weekend misschien kampioen kan worden, en dat dit tot heel wat feestgedruis zou kunnen leiden. Ik weet dat blauwzwart ook Brugs erfgoed is, maar hoop dat het feesten kan gebeuren met respect voor het patrimonium waarvoor zoveel mensen naar Brugge afzakken.