Een persoonlijk record

Deze week legde ik in de commissie Onroerend Erfgoed maar liefst 5 vragen voor aan minister Bourgeois, een persoonlijk record.

1 van die vragen ging over het gebruik van erfgoed als meeting- en congresbestemming. Toerisme Vlaanderen wil erfgoedbeleving immers uitspelen als troef om Vlaanderen internationaal te promoten.

Dat sluit perfect aan bij het beleid van minister Bourgeois die het belang van onroerend erfgoed als economische hefboom onderstreept.

Toerisme Vlaanderen duidde 11 potentiële ‘Special Meeting Venues’ aan, die in 2018 en 2019 begeleiding krijgen om zich internationaal te profileren als  unieke vergaderlocatie. Eind maart startte hiervoor een begeleidingstraject.

Ik legde er in mijn vraag aan de minister de nadruk op dat er een evenwicht gevonden zal moeten gevonden tussen erfgoedzorg en de exploitatie van historische sites. Volgens artikel 6.4.3. van het Onroerenderfgoeddecreet is het immers ‘verboden om beschermde goederen te ontsieren, te beschadigen, te vernielen of andere handelingen te stellen die de erfgoedwaarde ervan aantasten.’ Ik gaf het voorbeeld van het Paleis Op De Meir in Antwerpen, dat enkele jaren geleden door de toenmalige directie van (uitgerekend !) Herita mismeesterd werd als gevolg van de organisatie van evenementen. In Brugge veroorzaakte een drietal jaren geleden een reclamebanner bij de start van de Ronde van Vlaanderen schade aan de toren van het Belfort.

In zijn antwoord gaf Geert Bourgeois me gelijk dat de toeristische – en de erfgoedbelangen elkaar in evenwicht moeten houden. Geruststellend is dat het Agentschap Onroerend Erfgoed betrokken is bij de trajectbegeleiding van de diverse locaties die in aanmerking komen als Special Meeting Venue. Dat zijn er in totaal 11. Alle locaties vind je hier.

Als ik die lijst bekijk stel ik vast dat er op de locaties al heel wat expertise opgebouwd werd op dit vlak. In Antwerpen zijn dat er twee: het Flanders Meeting & Convention Center (Elisabethzaal) en het Elzenveld.

Kortom, een mooi 1-2tje tussen de ministers van Toerisme en van Onroerend Erfgoed, resp. Ben Weyts en Geert Bourgeois.