U bent hier
Antwerpse kathedraal krijgt extra zorgen

'Uit de stad van Sinjoren rijst gij op, zo slank van lijn' zong de legendarische la Esterella ooit over de Antwerpse kathedraal.
De kathedraal is UNESCO-werelderfgoed, 123 meter hoog, goed voor 350.000 bezoekers per jaar en herbergt heel wat kunstschatten. Zo'n gebouw heeft constante zorg nodig.
Enkele weken geleden stelde ik een schriftelijke vraag aan minister voor onroerend erfgoed Geert Bourgeois over de slijtage van de torenspits van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, waarover berichten opdoken in de pers. Het waren de Antwerpse stedelijke diensten die het Agentschap Onroerend Erfgoed op de hoogte brachten van de problemen.
Bepaalde zones van de gevel van de toren bleken inderdaad verweerd. Op zich komen die problemen niet onverwacht. De toren is gebouwd met verschillende types natuursteen en die reageren elk verschillend op klimatologische - en omgevingsfactoren. De tand des tijds, zeg maar. De Antwerpse kathedraaltoren wordt trouwens elk jaar 2 keer grondig onderzocht door de Monumentenwacht, die in heel Vlaanderen inspecties op onroerend erfgoed uitvoert.
De minister liet me weten dat, met oog op de veiligheid, de verweerde zones ingepakt werden in steenslagnetten. Bovendien werd ook tijdelijk een veiligheidsperimeter ingesteld aan de kant van de Handschoenmarkt. De toegang tot de kerk, de aanpalende gebouwen, het plein en de horeca kwamen nooit in het gedrang.
Belangrijker nog: de volledige restauratie van de buitenste laag van de toren is gepland in 2018, en zal twee jaar duren. Tot dan zullen de netten blijven hangen.
Een 'voile' voor een oude dame, zeg maar.